Aapjes kijken in de Apenheul (opdracht gedragsleer)
‘Every individual matters. Every individual has a role to play. Every individual makes a difference’
Dr. Jane Goodall
Tijdens mijn opleiding ‘afstandsleren biologie’ krijg ik veel informatie en inzicht in de natuur, biologie en het ontstaan van het leven. Ik zit in mijn eerste leerjaar en ondanks mijn grote natuurkennis, krijg ik elke keer weer opnieuw nieuwe feitjes te leren. Alle opdrachten die ik maak zijn een inspiratie voor mijn toekomstige biologielessen. Zo ook de opdrachten die horen bij het vak ‘duurzaamheid, ecologie en biodiversiteit’.
Eén van de opdrachten gaat over gedragsleer. Naast het oefenen en voorbereiding tijdens de practicum dag, was het vooral de bedoeling om een klein onderzoek te verrichten in het veld. De Apenheul wel te verstaan. Samen met een studiegenoot hebben wij een onderzoeksvraag en hypothese gesteld. Daarna zijn we aan de gang gegaan met vier verschillende aapsoorten te observeren en data te verzamelen.
In dit verhaal zal ik mijn persoonlijke ervaring en data delen. Zaterdag 9 april ben ik richting de Apenheul gereisd. Vooraf had ik al twee aapsoorten uitgekozen voor observatie, namelijk de witschouderkapucijnaap en Doodshoofdaap. Beide soorten zijn ‘Nieuwe Wereld-apen’ die voorkomen in Zuid-Amerika en behoren tot de familie ‘Cebidae’.
Witschouderkapuchijnaap (Cebus capucinus)
Leefgebied: Tropisch regenwoud, mangrove
Voedsel: vruchten, zaden en insecten
IUCN status: kwetsbaar
Ze leven in kleine groepen van 10-20 individuen
Bedreiging: jacht en wordt gebruikt als huisdier
Boliviaanse doodshoofdaap (Saimiri boliviensis)
Leefgebied: tropisch regenwoud, mangrove
Voedsel: vruchten, kleine dieren en insecten
IUCN status: niet bedreigd
Ze leven in grote groepen van 20 tot 100 individuen
Bedreiging: leefgebied door boskap
Onderzoek:
Omdat de soorten bij dezelfde familie horen, vind ik het interessant om te zien hoe sociaal de dieren zijn in groepsverband. Opvallend was dat de Doodshoofdaapjes erg sociaal zijn en er veel interactie onderling is. Bij de Witschouderkapuchijnaap zag ik dit minder. Er was af en toe een korte interactie, maar dat ging snel over naar zelfstandig dingen doen. De verdere data wordt nog uitgewerkt. Deze maand (april) zal de presentatie online gepresenteerd worden.
© Marcha Bos, 2022
Comments