Op de zoek naar stadsnatuur

Op zondag 25 juni ging op mee met de excursie van IVN De oude IJsselstreek, ‘zomerwandeling binnenstad Zevenaar’. We gingen op zoek naar stadsnatuur. Als je natuur zegt, denkt men vaak aan grote natuurgebieden. Dat terwijl er veel natuur te vinden is in steden, je moet alleen wel goed kijken.

We maken een rondje binnen de oude stadsgracht, waar veel bomen, struiken en kruiden te vinden zijn. We wandelde langs de katholieke kerk richting binnenhofjes, waar veel kruidachtige planten te vinden zijn, zoals de Wilde kamperfoelie en Geel nagelkruid. Daarna zijn we richting Pelgromhof gewandeld, waar we onderweg Hop, Sint-Janskruid, Hemelboom, Muurleeuwenbek, Bijvoet, Grote brandnetel, Kleefkruid, Sleedoorn en Wilde kardinaalsmuts gevonden hebben.

Wat heb ik geleerd?

Hoeveel flora er eigenlijk midden in een stad te vinden is, je moet vooral goed kijken en zie je ontzettend veel soorten.

Hetgeen wat ik meeneem zijn de feitjes van soorten die ik nog niet wist. Zoals:

- De Muurvaren vooral voorkomt op oude stadsmuren, grachten en kerken. Omdat ze op voedselarme en kalkrijke ondergrond groeien en de muren de gelegenheid geven om te groeien en te verspreiden. De muren zijn als het ware wat zachter dan de huidige stenen die gebruikt worden voor bebouwing, hierdoor blijft het vochtig, wat voor een goede groeiplaats zorgt. Vooral in de schaduw zijn veel Murenvarens te vinden.

- Het verschil tussen de Gewone esdoorn en Spaanse aak is niet alleen maar te zien aan de bladeren, maar ook aan de zogenaamde helikoptertjes waar de zaden in zitten. De helikoptertjes van de Gewone esdoorn is meer gebogen en van een Spaanse aak recht.